Wat is er mooier dan gelukkige kinderogen bij het uitpakken van een cadeautje, bij het genieten van de kerstverlichting of na een goede prestatie – momenten waar een ouder blij van wordt. Het liefst zouden we als ouders alleen zulke ervaringen met onze kinderen hebben, want we wensen hen een gelukkige kindertijd toe. Jammer genoeg is de werkelijkheid anders: er zijn veel redenen in een kinderleven om bang, boos of verdrietig te zijn: de nieuwe school na de vakantie, een vriend die hen in de steek laat of een speelgoed dat kapot is, brengen deze alledaagse emoties met zich mee. 

Waarom is het zo belangrijk om met de gevoelens van een kind rekening te houden? Wat zegt de Bijbel hierover? Wat kan je doen als ouder om je kind in evenwicht op te voeden? En waarom is dat eigenlijk zo moeilijk? Allemaal vragen die ouders bezig houden.

Welke plaats hebben emoties in de Bijbel?
In de Bijbel zien we dat gevoelens bij het menszijn horen. De Psalmen geven ons inzicht in het gevoelsleven van verschillende schrijvers, depressieve gevoelens van godvrezende mensen worden niet geheim gehouden en Jezus toont ons dat emoties bij het leven horen: Hij was bezorgd, diepbedroefd, treurig, terneergeslagen, geroerd, gekwetst. Hij zuchtte, huilde en snikte, Hij kreunde, Hij had doodsangst, Hij was verwonderd en verbaasd, Hij verheugde Zich uitermate en was vol van vreugde, Hij had een groot verlangen en Hij had lief.¹ 

Jezus had als mens gevoelens, God de Vader heeft gevoelens, en gevoelens horen ook bij ons en onze kinderen. Zo heeft God het bedoeld. Er zijn geen goede of slechte emoties, emoties zijn op zich neutraal, terwijl we drie van de vier basisgevoelens (blij, bang, boos, bedroefd) als negatief ervaren.

Waarom is het zo belangrijk om met de gevoelens van een kind rekening te houden?
Gevoelens maken een belangrijk deel uit van het kindzijn. Een kind wordt nog niet door het verstand gestuurd. Daarom ervaart een kind aanvaarding van zijn persoon, wanneer we zijn gevoelens aanvaarden. Als zijn gevoelens er mogen zijn, dan mag het kind er ook zijn. Door deze aanvaarding beleeft het kind dat het waardevol is, en dat heeft grote gevolgen:

* Het zal zich geliefd voelen door mensen.
* Het zal zich geliefd voelen door God.
* Het zal Gods genade gemakkelijker kunnen aanvaarden.
* Het zal meer zelfvertrouwen ontwikkelen en vandaaruit beter relaties kunnen aangaan.
* Het zal gemakkelijker spreken over wat het voelt en beleeft. Daardoor zal het zich minder eenzaam voelen.
* Het zal geen destructieve uitwegen moeten zoeken voor zijn emoties.
* Het zal de gevoelens van anderen gemakkelijker aanvaarden.
* Als resultaat hiervan zal het een goed evenwicht kunnen vinden in het accepteren van de behoeften van de ander en zijn eigen behoeften. Dit resulteert in respect voor anderen en in grenzen stellen voor zichzelf.

Waarom hebben wij het zo moeilijk om met gevoelens bij kinderen om te gaan?
Als ouders hebben wij het vooral moeilijk met gevoelens als verdriet, boosheid en angst. Wij brengen dit tot uitdrukking door deze gevoelens ‘slecht’ te noemen, terwijl emoties op zich neutraal zijn. Omgaan met de gevoelens van onze kinderen begint bij het omgaan met onszelf. 

Wij vinden het zelf moeilijk dat er lijden in de wereld is.
Iedereen wil graag gelukkig zijn. Volgens de Bijbel is geluk een houvast te hebben in God ondanks alle moeilijkheden van het leven (Mt. 5:3-12). God belooft ons niet een gemakkelijke reis maar een behouden aankomst. Dit is niet alleen voor onze kinderen een uitdaging. 

Wij worden herinnerd aan eigen pijn.
Als ons kind gepest wordt, als het op school niet meekan, als het faalangst heeft en wij hebben hetzelfde ook meegemaakt, dan kan het zijn dat gepast reageren op de emoties van het kind moeilijk wordt. 

Wij hebben de eis aan onszelf een gelukkig kind te hebben.
Het is een goed doel om een gelukkig kind te willen hebben. Het helpt ons om keuzes te maken in het belang van het kind. De keerzijde hiervan is dat moeilijkheden in het leven van het kind bij onszelf tot paniekreacties kunnen leiden. Toch zou het beter zijn deze situaties te gebruiken om het kind te leren met negatieve gevoelens om te gaan. 

Wij hebben zelf niet geleerd met gevoelens om te gaan en voelen ons daardoor machteloos.
Velen van ons hebben zelf in hun kindertijd niet geleerd om met gevoelens om te gaan. Geconfronteerd met de emoties van ons kind, kunnen we zelf in Gods leerschool gaan, gevoelens leren herkennen, deze accepteren en ermee leren omgaan. 

Wij zijn soms zelf de oorzaak van moeilijke gevoelens van het kind.
Wat doen we met onze schuld, bijvoorbeeld als door ons toedoen een speelgoed van het kind kapot ging, als wij onterecht gestraft hebben of ons kind emotioneel in de problemen komt door een echtscheiding? Het omgaan met de emoties van het kind begint bij het oplossen van de schuldvraag. Bij Jezus is het antwoord. 

Wij denken dat meeleven tot actie moet leiden.
Wij hebben soms het gevoel dat wij in actie moeten komen als we van verdriet horen. Vaak hebben we hier geen tijd voor of zijn we zelf machteloos. Medeleven is niet hetzelfde als uit problemen helpen. 

Wij zijn bang dat het gedrag van het kind dat voortkomt uit zijn gevoelens uit de hand loopt.
Iedereen weet dat een tiener in zijn woede over de grens kan gaan, dat een kind zich kan terugtrekken als het bang is, en dat een peuter vreselijk kan schreeuwen als hij het snoepje in de supermarkt niet krijgt. Zo kan het lijken alsof het beter is om paal en perk te stellen aan de onderliggende gevoelens zodat het ongepast gedrag beperkt blijft.

Hoe moet het nu in de praktijk?
Het kind accepteren met zijn gevoelens, blij zijn dat het iets toont van zichzelf.
Wij willen de gevoelens van onze kinderen zeker accepteren. Toch tonen volwassenen vaak iets anders in wat ze zeggen. Uitspraken als ‘je hoeft niet bang te zijn’ als het kind weent omdat het denkt dat er krokodillen onder zijn bed zijn, ‘’t is niet erg’ als het kind gevallen is, ‘ik wil geen tranen zien’ of ‘je woede maakt alles nog erger’ berispen het gevoel van het kind. Omdat het gevoel een belangrijk deel is van de mens, komt dit berispen over als een afkeuren van de hele persoon. Als we dat niet willen, moeten we onze uitspraken goed onder de loep nemen.

Kijken met de ogen van een kind en dit benoemen.
Als volwassenen moeten wij moeite doen om met de ogen van een kind te kijken. Voor een kleuter zijn krokodillen de werkelijkheid, omdat het fantasie en realiteit nog vaak mengt. Een pasgeboren baby in het gezin is daadwerkelijk een bedreiging voor het oudere kind (reden genoeg om jaloers te zijn) en geen snoepje te krijgen terwijl men er zo veel zin in heeft, is helemaal niet vanzelfsprekend. Als ouders moeten wij de moeite doen om ons in te leven in het kind en om zijn gevoelens te benoemen. Zo helpen we het kind om zelf te beseffen welke gevoelens in hem omgaan en tegelijkertijd accepteren wij zijn gevoelens.

Samen met het kind op zoek gaan naar het waarom van de gevoelens.
Het is niet altijd zo duidelijk waarom een kind bepaalde emoties heeft, bijvoorbeeld boos is. Er kunnen verschillende dingen gebeurd zijn, die alles bij elkaar te veel waren. Ook kan een kind stoer gedrag vertonen, wat misschien boos overkomt maar eigenlijk voortkomt uit angst. In zijn lichaamstaal kunnen wij veel zien van zijn emoties, maar ook in zijn spel of in zijn tekeningen. Als ouders moeten we hierop letten en met de kinderen spreken over wat we zien.

Grenzen stellen aan verkeerd gedrag zonder de emoties af te keuren.
We moeten gevoel en gedrag duidelijk onderscheiden. Gevoelens zijn als uitdrukking van wat in het hart leeft op zich niet neutraal, maar daar kan een kind niet voor kiezen. Leren omgaan met gevoelens verloopt vaak via de weg van het gedrag. Wanneer een kind jaloers is op zijn broertje, mag het hem niets doen. Wanneer een kind boos is omdat het moet afwassen, moet het dat toch doen. Wanneer een kind boosheid voelt omdat de ouders hem beperken, mag het mama toch niet slaan. Ouders moeten dergelijke gevoelens niet meteen afkeuren, maar een weg tonen om ondanks de gevoelens toch goed te handelen.

Omgaan met boosheid in de verschillende ontwikkelingsfasen
Omdat het onvolwassen omgaan met boosheid veel leed kan veroorzaken, wil ik hier bijzonder op ingaan. Een volwassen omgang met boosheid is het uiten van de gevoelens op een aangename en niet kwetsende manier, zo rationeel mogelijk, gericht op de persoon die de oorzaak is van de boosheid. Als ook de andere persoon op die manier met de situatie omgaat, kan er samen naar een oplossing gezocht worden. Dit vraagt inlevingsvermogen van beide partijen zodat iedereen het standpunt van de ander kan begrijpen. ²

Onvolwassen omgaan daarentegen is bijvoorbeeld roepen en slaan, maar ook zich terugtrekken, manipuleren, verslaving, zelfverwonding, roddelen, ziekte en depressiviteit. Een volwassen omgang met boosheid moet geleerd worden. In het volgende zijn daarom richtlijnen en tips, opgesomd per leeftijd:

Baby’s
Een baby kan nog niet veel emoties onderscheiden. Onbehagen drukt hij uit door te huilen. Het is belangrijk om als ouder de gevoelens van de baby te herkennen en er gepast op te reageren. Hierdoor wordt de basis gelegd voor vertrouwen en van daaruit voor een goede emotionele ontwikkeling.

Peuters
Als je peuter van elke zaak een gevecht maakt, ben je als ouder misschien in de verleiding, om de woedeaanvallen te negeren. Toch is het beter om zijn gevoelens te verwoorden en begrip te tonen voor zijn boosheid. Meestal reageert een kind goed op begrijpende ouders en het probleem is snel van de baan. Of de ouder aan de wensen van het kind wil en kan voldoen, moet per situatie bekeken worden.

Kleuters
Kleuters zijn nog niet in staat om hun gevoelens in woorden te vatten. Ze brengen ze wel naar voren door hun lichaamstaal, hun gedrag of zelfs door pijn te hebben. Wij kunnen hen helpen door deze gevoelens te benoemen door bijvoorbeeld te zeggen ‘ik begrijp dat je boos bent omdat je geen snoepje krijgt, toch moet je wachten tot na de maaltijd.’

Schoolkind
Schoolkinderen zijn in staat om de uiting van hun gevoelens aan te passen aan de omgeving, bijvoorbeeld huilen uitstellen tot ze thuis zijn als er iets ergs gebeurd is op school. Zij voelen heel goed aan welke emoties er mogen zijn en welke niet. Het is belangrijk om hen te laten merken dat thuis een veilige plek is om alle gevoelens te uiten. Als ouder kan je na goed geluisterd te hebben, samen met het kind naar oplossingen zoeken.

Tieners
Tijdens de puberteit staat ook de gevoelswereld van de tiener op zijn kop: minderwaardigheidsgevoelens, het omgaan met de eigen seksualiteit, het losmaken van de ouders en andere spelen in op de emoties. Reeds aangeleerde strategieën om met emoties om te gaan, helpen nu: kijken met zijn ogen, goed luisteren, meeleven zonder pasklare oplossingen te bieden, maar ook grenzen stellen aan destructief gedrag.

Welk gedrag mag en welk niet?
Welk gedrag ouders accepteren, is afhankelijk van hun eigen grenzen. Het is goed om als vader en moeder hierover te spreken en die lijn samen aan te houden. Mag de kleuter ’s nachts bij de ouders in bed slapen als hij bang is? Mag hij zijn knuffeldier slaan, mag hij zelf bepalen wat hij aandoet? Mag het schoolkind met de bal tegen de muur shotten, mag hij schreeuwen als hij woedend is? Mag de tiener met de ogen rollen, zijn stem verheffen, de deuren in zijn woede dichtslaan of zijn muziek hard zetten? Inspiratie opdoen bij andere ouders is altijd goed.

Kinderen begeleiden in hun emotionele ontwikkeling tot ze op een volwassen manier met hun gevoelens kunnen omgaan, is een grote opdracht en vraagt uithoudingsvermogen van de ouders. Gelukkig mogen wij onze vragen aan God voorleggen en hulp van Hem verwachten. Ook God wil dat onze kinderen opgroeien tot evenwichtige volwassenen. Hiervoor mogen wij bidden.

Eindnoten ¹ Hansen, G. Walter, TijdSchrift, Magazine voor pastoraat, gezin en gemeenteopbouw 13de jaargang, 1ste kwartaal 2003, nr. 57, p. 13 – 16, Centrum voor Pastorale Counseling v.z.w. ² Campbell, Ross, Omgaan met tieners…een kunst apart, uitgeverij Gideon

Artikel met toestemming overgenomen uit: Metamorfose, Magazine voor pastoraat en hulpverlening 23ste jaargang, 1ste kwartaal 2014, nr. 101, p. 24-26 © Centrum voor Pastorale Counseling, v.z.w.

Lamparter, Renate