Wie zou niet graag meer vakantie hebben? Even ontspannen met het hele gezin, tot rust komen midden in de stress van elke dag?

Vanaf het begin van de schepping heeft God dit voor ogen gehad. Hij wil dat je elke week de batterijen weer oplaadt. Daarvoor heeft hij een rustdag gegeven. Het heeft zelfs een plaats in de 10 geboden gekregen: het vierde gebod. Misschien is dit het gebod dat het meest overtreden wordt, zeker in de huidige tijd waar van iedereen, ouders en kinderen zo veel verwacht wordt.

God weet van de moeite die iedereen heeft, van verwachtingen van het werk, van de familie, van onszelf. En hij weet ook van de verwachtingen van de school, van de bergen aan huiswerk en leerstof voor toetsen en examens van onze kinderen.

De zondag is de hulp die God ons aanbiedt voor deze problemen. Hij zegt: “Werk zes dagen, en de zevende dag is voor Mij. Die vul je in zoals Ik het wil.” (Zo ongeveer staat het in Exodus 20:8)

En wat wil God voor deze dag? Neem tijd voor de relatie met God (ga naar de eredienst), voor de relatie binnen het gezin (onderneem iets leuk, maak het gezellig, nodig mensen uit) en voor jezelf (doe wat je weer opbouwt).

Zeker onze kinderen hebben het gevoel dat ze het werk voor school niet aankunnen als ze niet ook op zondag werken. Durven wij hen bemoedigen om op zondag te rusten? Het zal onze kind(eren) deugd doen om één dag per week helemaal te mogen ontspannen. Durven wij daarop vertrouwen dat God dit zegent?

Op lange termijn zal één dag per week rusten de kinderen (en onszelf) meer succes geven dan 7 dagen per week door te werken.

God heeft het beste met ons voor. Hij heeft ons de zondag gegeven niet om ons iets te ontnemen, maar om ons daarmee te zegenen. Het gaat niet om “je mag niet…” maar om “je hoeft niet…”.

Wat een ontspanning…!

Jongere tieners drinken minder alcohol, zo hoorden we onlangs in het nieuws. Bijna de helft van de 12- tot 14-jarigen heeft nog nooit alcohol gedronken, terwijl dat 10 jaar geleden alleen maar 21% waren. Een mooie tendens, zeker als men eraan denkt hoe schadelijk alcohol op die leeftijd is. Maar ook op latere leeftijd schaden alcoholische dranken de gezondheid. De hersenen van jongeren zijn nog in ontwikkeling tot ze 24 jaar oud zijn, en alcohol belemmert deze ontwikkeling.

Niet alleen voor jongeren heeft God richtlijnen gegeven in de Bijbel.

‘En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,’ (Efez. 5:18).

‘Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?’ (1 Kor. 6:19)

Wat kan jij als ouder doen? Soms lijkt het zo alsof ouders weinig invloed hebben op hun kinderen zodra deze een bepaalde leeftijd bereikt hebben. Toch mag je je invloed niet onderschatten. De meeste kinderen drinken hun eerste glaasje thuis of in familiekring. Bemoedig je kinderen om zo lang mogelijk te wachten met alcoholische dranken. Denk na over zinnen als ‘wij zijn toch ook ooit jong geweest!’, ‘beter thuis drinken dan ergens anders” of “zij moeten het gewend zijn voor ze volwassen worden.” Je houding tegenover alcohol zal meebepalen hoe je kinderen over alcohol denken.

Maar niet alleen wat je zegt stuurt hen, ook wat je doet heeft invloed. Wees zelf het goede voorbeeld. Toon je kinderen dat je geen alcohol nodig hebt om vrolijk te zijn.

Om je eigen visie in praktijk te brengen is het nodig om grenzen te stellen. Verbied je kind om alcohol te drinken tot zijn 16de, beter nog tot zijn 18de. Geeft je tiener een feestje, dan mag je verwachten dat hij of zij dit zonder alcohol doet. Zet je ervoor in dat de school van je kind ook op schoolreizen het alcoholverbod voor jongeren naleeft. In de gemeente zou het vanzelfsprekend zijn dat de jeugdavonden alcoholvrij verlopen.

Natuurlijk heb je als ouders niet alles in de hand. Als ze toch eens te ver gaan: Blijf met je tiener in gesprek, praat over groepsdruk en wat achter zijn gedrag staat. Bemoedig hem om het in de toekomst anders te doen.

Spreken is zilver, zwijgen is goud – het is een Bijbelse gedachte dat het beter is om te luisteren dan om te spreken (Jak. 1:19). Dit komt de relaties onderling ten goede.

Maar zwijgen is niet altijd beter dan spreken. Soms ben jij degene die mag of zelfs moet spreken. Er zijn verschillende omstandigheden waarin we beter spreken dan zwijgen. Bijvoorbeeld als we gezondigd hebben, als we hulp nodig hebben of als we een andere last met ons meedragen. David zegt al in Psalm 32:3: “Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg.”

Ook jongeren dragen dingen met zich mee, die beter uitgesproken dan verzwegen zouden worden. Vele christen-jongeren spannen zich in om lief te hebben terwijl ze in hun omgeving niet geliefd zijn. Wie heeft een luisterend oor voor hen dat de last kan verlichten? Anderen doen misschien onder groepsdruk dingen die ze eigenlijk niet willen en leven met een slecht geweten. Wie zegt tegen hen, dat er vergeving is, als zij spijt hebben van hun daden? Weer anderen zijn het slachtoffer van pesten, geweld of misbruik. Wie helpt hen om een weg te vinden naar een toekomst die God voor hen in gedachten heeft?

Als ouder is het goed om op signalen van je kind of je tiener te letten. Soms laten ze even iets zien van hun problemen. Als je er niet op ingaat, zullen ze in de toekomst eerder zwijgen.

Vaak loopt de communicatie niet van een leien dakje als je kinderen in de tienerleeftijd zijn. Verbied je kind niet om met iemand buiten het gezin te spreken maar bemoedig het om iemand te zoeken die op een volwassen en Bijbelse manier met de problemen omgaat (tienerleider, gemeentewerker, Chris). Voel je niet schuldig dat het jou niet lukt, maar wees blij als je kind iemand anders vindt om te spreken. Vertrouw erop dat de ander wijs omgaat met het verhaal van je kind.

Is er in uw gemeente iemand die zich inzet voor kinderen en jongeren? Die het contact zoekt met hen en bij wie zij terecht kunnen?

De cursus kinder- en tienerpastoraat van Chris wil mensen ondersteunen die zich hiervoor willen inzetten. Kijk voor meer informatie op deze website of stel je vragen bij info@chris.be.

In ons leven moeten we veel wachten: wachten in de rij aan de kassa, wachten op de bus, wachten op de oogst, wachten op de uitslag van de dokter, wachten op een gebedsverhoring, wachten op het huwelijk, wachten op een kind, … Wachten is een onderdeel van ons leven, maar wachten is minder en minder populair. Omdat we wachten zo moeilijk vinden, kunnen we onze boodschappen per internet bestellen en gewoon afhalen. Wachttijden worden gevuld met telefoneren, werken of internetten op de i-pad of luisteren naar muziek. En als je koopt via afbetaling, hoef je niet eerst te sparen. Je kan direct je wensen vervullen. Je hebt geen geduld nodig.

In de Bijbel is wachten vanzelfsprekend: Jakob moest vele jaren wachten (en werken) om te kunnen trouwen. Jezus ging 40 dagen in de woestijn om zich voor te bereiden op zijn dienst – een soort wachttijd. Ook Mozes neemt 40 dagen de tijd en komt dan met de 10 geboden terug naar het volk. En de boodschap van de profeten was gekenmerkt door te moeten wachten op de verlossing die pas eeuwen later door Jezus ging komen.

In Romeinen 5:3-5 zegt Paulus: “Wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.” En in Galaten 5:22 wordt geduld als één van de vruchten van de Geest genoemd. Wachten is in de Bijbel nooit iets dat je moet ondergaan, maar het is een tijd van actieve voorbereiding en vorming.

Is het niet de moeite waard om je kinderen te leren om te wachten? Het is mooi als je kinderen geduldig kunnen wachten op een gebedsverhoring, als ze kunnen wachten tot ze voldoende centjes bij elkaar hebben gespaard, als ze geduldig kunnen wachten op hun huwelijk…

Maar hoe leren ze dat? Door allemaal kleine dingen die het leven biedt. Als wij als ouders wachttijden beschouwen als kansen is de eerste stap al gezet. Je kan gewone situaties in het leven gebruiken: Leer je kind te wachten tot je klaar bent met telefoneren, laat hen sparen tot ze hun eigen gsm kunnen betalen, laat ze wachten tot ze 13 jaar zijn voor ze op facebook mogen (dat is de wettelijke leeftijd), help hen om langdurig te bidden voor de bekering van een vriend…

En…, het is nooit te laat om te leren. Ook wij als ouders kunnen nog groeien in het geduldig wachten.

Jantje toont het rapport aan zijn vader. Deze wordt woedend en roept: “Zo een slecht rapport! Zo slecht is het nog nooit geweest! Als je zo verder doet zal je niks van je leven maken. Kijk, wat ik bereikt heb, maar ik heb op school altijd mijn best gedaan en goede cijfers behaald.”

Jantje zegt: “Maar papa, dat is niet mijn rapport, het is eentje van jou dat ik op de zolder heb gevonden.”

Wij willen zo graag een goed voorbeeld zijn voor anderen, zeker voor onze kinderen. Het is zelfs onze opdracht dat we voorbeeldig zijn in “woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid”. Zo staat het immers in 1 Tim. 4:12, en er zijn nog veel meer plaatsen in de Bijbel die ons hiervoor vermanen. Het is goed als Gods Geest al een verandering in ons teweeg heeft gebracht en onze kinderen dit kunnen zien.

Zoals de vader van Jantje, denken wij soms dat we onze kinderen helpen door op onze successen te wijzen. Wij vertellen hen van situaties waarin wij Gods belangen verdedigd hebben, van gebedsverhoringen, van onze ervaringen met de Heer. Hier is natuurlijk allemaal niets mis mee. Wij willen hen wijzen op Gods aanwezigheid, Zijn almacht, daarop dat Hij gebed verhoort.

Maar onze kinderen denken anders. Zij zijn omgeven door het postmoderne denken. Voor hen tellen persoonlijke ervaringen. Wat wij als ouders beleven is niet hun geloof, het is het geloof van iemand anders. Door onze succesverhalen worden zij er eerder aan herinnerd, dat zij dit niet beleven, dat zij moeite hebben met het geloof, dat zij struikelen.

Vertel hen ook van je moeite, je mislukkingen, je vragen in het geloof. Misschien kan je samen vragen stellen en naar antwoorden zoeken. Het helpt hen, als je eerlijk bent. Dat is wat ze zoeken: christenen die echt zijn en vragen durven stellen. Zoals zij.

Daarom: Wees ook eens een slecht voorbeeld.

Wat doen we niet alles ervoor dat onze kinderen gelukkig zijn: de kinderkamer zit vol met speelgoed, de agenda is gevuld met activiteiten, en we waken erover dat de leraren onze kroost goed behandelen. Hindernissen in het leven van onze kinderen ruimen we uit de weg met het doel dat ze een gelukkige kindertijd zullen hebben.

Je kan natuurlijk ook zeggen: echt geluk kan je alleen bij God hebben. Het geluk is niet hier op aarde te vinden. Jezus spreekt er immers van dat Zijn navolgers hun kruis moeten opnemen. En in de Bergrede spreekt Hij ervan dat we geluk ergens anders vinden dan de mens op eerste zicht zou verwachten: in verootmoediging voor God en afhankelijkheid van God. Midden in ongemakken en strijd ervaren we rust en veiligheid bij God.

Ook onze kinderen verlangen naar veiligheid: als kinderen een thuis hebben waar ze kunnen schuilen, kan er veel gebeuren rondom hen; zij hebben een houvast. Baby’s en kleine kinderen ervaren veiligheid als ze goed verzorgd worden, als er in hun noden wordt voorzien. Schoolkinderen krijgen houvast door grenzen die hen gesteld worden: ze weten waar ze aan toe zijn. En wanneer pubers door hun emoties heen- en weer geslingerd worden, is veiligheid bijzonder belangrijk. Wie veiligheid ervaart, ervaart een bepaalde soort van geluk.

Hoe kunnen wij nu deze veiligheid geven? De basis hiervoor zijn wij als ouders. Het grootste geschenk voor je kinderen is het als je hen een voorbeeld geeft van een gezond en gelukkig huwelijk. Dit geeft de grootste veiligheid die je hen kan bieden. De Britse gezinstherapeut David Code stelt in zijn boek ”To Raise Happy Kids Put Your Marriage First” dat koppels meer aandacht moeten schenken aan hun onderlinge relatie in plaats van voortdurend met de kinderen bezig te zijn. Dit is voor de kinderen veel belangrijker, dit geeft hen het belangrijkste gevoel, het gevoel van veiligheid. Als de ouders onderling een goede relatie hebben, is het gemakkelijker om samen grenzen te stellen, om evenwichtig met de dagdagelijkse vragen om te gaan, om liefde aan je kinderen door te geven.

Maar wat als dit niet (meer) zo gemakkelijk gaat? Zoek hulp voor je huwelijk! Doe het voor je kinderen, jezelf, voor God.