Een pasgeboren baby kan het gezin helemaal ondersteboven halen. Kamers worden heringericht, ouders nemen verlof, het tijdsritme verandert, broers en zussen moeten zich aanpassen. Een baby beheerst het gezinsleven en beschikt zo over een zekere macht.

Gelukkig blijft dit niet zo. Naarmate onze kinderen ouder worden, moeten ze leren dat ze niet meer over anderen heersen, maar over zichzelf – zelfbeheersing noemen we dit.

Toch blijft de behoefte van de mens om eerder over anderen te heersen dan over zichzelf bestaan. Dat is al zo sinds de zondeval. Kinderen doen dit bijvoorbeeld door te huilen, te liegen of te zeuren. Tieners en volwassenen gaan manipuleren, mopperen, boos zijn of haten.

Bij het volwassen worden moet het heersen over anderen afnemen, het heersen over zichzelf (zelfbeheersing dus) moet groeien.

Hoe leren we dit aan onze kinderen? Wees niet afhankelijk van de goedkeuring van je kind, want dan gaat het met zijn gedrag jou dirigeren. Zoek eerder naar liefde bij God, je partner of bij vrienden. Laat je niet manipuleren, ook niet door humeurigheid, gemopper, boosheid of haat. Roep niet omwille van hun gedrag en mopper niet over hun nalatigheid, want daarbij wordt jij de schuldige. Laat hen beter zelf de consequenties voor hun gedrag dragen (niet mogen weggaan, werkjes laten doen, zakgeld verminderen, tv- of computerverbod). Zo zullen ze merken dat ze invloed hebben op hun eigen leven door het de volgende keer beter te doen.

Toon medeleven als ze gefrustreerd zijn, maar laat je niet meeslepen door hun pijn. Ze moeten leren om hun pijn zelf te dragen.

Deze uitdaging om niet over anderen te heersen maar over zichzelf, is er niet alleen voor onze kinderen maar in de eerste plaats ook voor onszelf.

Let er in de komende tijd eens op waar jij met jouw gedrag bij anderen iets wilt bereiken, en waar je kinderen met hun gedrag bij jou iets willen bereiken.