Jongere tieners drinken minder alcohol, zo hoorden we onlangs in het nieuws. Bijna de helft van de 12- tot 14-jarigen heeft nog nooit alcohol gedronken, terwijl dat 10 jaar geleden alleen maar 21% waren. Een mooie tendens, zeker als men eraan denkt hoe schadelijk alcohol op die leeftijd is. Maar ook op latere leeftijd schaden alcoholische dranken de gezondheid. De hersenen van jongeren zijn nog in ontwikkeling tot ze 24 jaar oud zijn, en alcohol belemmert deze ontwikkeling.
Niet alleen voor jongeren heeft God richtlijnen gegeven in de Bijbel.
‘En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,’ (Efez. 5:18).
‘Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?’ (1 Kor. 6:19)
Wat kan jij als ouder doen? Soms lijkt het zo alsof ouders weinig invloed hebben op hun kinderen zodra deze een bepaalde leeftijd bereikt hebben. Toch mag je je invloed niet onderschatten. De meeste kinderen drinken hun eerste glaasje thuis of in familiekring. Bemoedig je kinderen om zo lang mogelijk te wachten met alcoholische dranken. Denk na over zinnen als ‘wij zijn toch ook ooit jong geweest!’, ‘beter thuis drinken dan ergens anders” of “zij moeten het gewend zijn voor ze volwassen worden.” Je houding tegenover alcohol zal meebepalen hoe je kinderen over alcohol denken.
Maar niet alleen wat je zegt stuurt hen, ook wat je doet heeft invloed. Wees zelf het goede voorbeeld. Toon je kinderen dat je geen alcohol nodig hebt om vrolijk te zijn.
Om je eigen visie in praktijk te brengen is het nodig om grenzen te stellen. Verbied je kind om alcohol te drinken tot zijn 16de, beter nog tot zijn 18de. Geeft je tiener een feestje, dan mag je verwachten dat hij of zij dit zonder alcohol doet. Zet je ervoor in dat de school van je kind ook op schoolreizen het alcoholverbod voor jongeren naleeft. In de gemeente zou het vanzelfsprekend zijn dat de jeugdavonden alcoholvrij verlopen.
Natuurlijk heb je als ouders niet alles in de hand. Als ze toch eens te ver gaan: Blijf met je tiener in gesprek, praat over groepsdruk en wat achter zijn gedrag staat. Bemoedig hem om het in de toekomst anders te doen.